contactgegevens
APOTHEEK VELGHE
Zottegemstraat 24
9688 Schorisse
T. 055 45 56 81
info@apotheekvelghe.be

APOTHEEK VELGHE RONSE
Peperstraat 19
9600 Ronse
T. 055 21 26 72
ronse@apotheekvelghe.be
› Ziekte van Parkinson

Hoe merk ik het?

  • Beven (tremor) van de hand(en)
  • Verminderd meebewegen van een of beide armen tijdens het lopen
  • Verminderde beweeglijkheid en stijfheid in het algemeen
  • Houdings- en evenwichtsstoornissen

Hoe werkt het?

De ziekte van Parkinson is een aandoening van het zenuwstelsel met een viertal hoofdkenmerken: trillen (tremor), verminderde beweeglijkheid, stijfheid en houdings- en evenwichtsstoornissen. Ook psychische stoornissen zoals een sombere stemming en geheugenproblemen komen regelmatig voor, evenals een toegenomen speekselproductie, een vette huid en een moeizame stoelgang. Het verminderd meebewegen van een of beide armen tijdens het lopen is doorgaans het eerste verschijnsel van de ziekte van Parkinson. Meestal is het trillen van de hand(en) voor de meeste mensen echter de eerste aanleiding aan deze ziekte te denken. Het trillen is vooral in rust zichtbaar, wordt minder als men bijvoorbeeld iets pakt en is 's nachts afwezig. Het maakt de indruk van geld tellen of pillendraaien. Ook aan het hoofd of de voet(en) is soms een tremor zichtbaar. Opvallende verschijnselen kunnen verder zijn: een kleiner wordend handschrift, lopen met kleine pasjes, moeite hebben met stoppen en in plaats daarvan steeds harder gaan lopen, weer terugvallen in de stoel na opstaan, moeite hebben met omdraaien bijvoorbeeld in bed, onduidelijk spreken en een strak gelaat met weinig uitdrukking. Emoties kunnen de intensiteit van de verschijnselen beïnvloeden. In het begin van de ziekte is vaak een kant van het lichaam aangedaan, later kunnen beide kanten mee gaan doen. De ziekte van Parkinson ontstaat meestal op oudere leeftijd, gemiddeld rond het 62ste levensjaar, bij tien tot twintig procent van de patiënten voor het 50ste levensjaar. Het beloop van de ziekte is bij iedereen anders, van een milde aandoening met weinig handicaps tot een na verloop van jaren ernstige invaliditeit.

Hoe ontstaat het?

De ziekte van Parkinson is een van de meest voorkomende neurodegeneratieve ziekten. Neurodegeneratie betekent het ten gronde gaan van bepaalde groepen zenuwcellen. De stofwisseling van die groep zenuwcellen verslechtert waardoor de functie van de cellen verloren gaat. Dit gebeurt meestal geleidelijk, klachten ontstaan daardoor ook geleidelijk. Bij de ziekte van Parkinson speelt de degeneratie zich vooral af in de substantia nigra, een groep zenuwcellen gelegen in de middenhersenen, boven in de hersenstam. De werkelijke oorzaak is niet bekend. Waarschijnlijk speelt een combinatie van erfelijkheid en omgevingsfactoren bij het ontstaan een rol. Door het ten gronde gaan van zenuwcellen ontstaat er een tekort aan dopamine. Dopamine is een neurotransmitter, een chemische stof die in staat is prikkels van de ene naar de andere zenuwcel over te dragen en daarmee zenuwcellen de mogelijkheid geeft met elkaar te communiceren. Prikkeloverdracht is essentieel voor het goed functioneren van de hersenen. Men schat dat verschijnselen van de ziekte van Parkinson pas na 70 tot 80 procent uitval van de zenuwcellen in de substantia nigra zichtbaar worden.

Hoe ga ik er zelf mee om?

Aan de ziekte van Parkinson kunt u zelf niet veel doen. Het is verstandig een afspraak te maken bij uw huisarts indien u het vermoeden heeft aan deze ziekte te lijden.

Hoe gaat de arts er mee om?

De ziekte van Parkinson is niet te genezen. Wel is het mogelijk de verschijnselen te onderdrukken met medicijnen. In het begin van de ziekte, bij lichte klachten, zijn medicijnen nog niet nodig. Trainen van de ADL-functies (algemene dagelijkse levensverrichtingen) is dan soms al voldoende. De fysiotherapeut kan daarbij dan behulpzaam zijn. Een belangrijk gevolg van de ziekte van Parkinson is het tekort aan de neurotransmitter Dopamine. Er is een aantal groepen medicijnen die het tekort aan Dopamine kunnen corrigeren. Regelmatige controle is echter wel van belang omdat ook na verloop van jaren nog rekening moet worden gehouden met een afnemende werking of met toenemende bijwerkingen.

Wetenschappelijk nieuws

Het afsterven van kwetsbare zenuwcellen en eiwitstapelingen in het hersenweefsel zijn aanwezig nog voor de patiënt last krijgt van de ziekte van Parkinson. Neurowetenschapper Anke Dijkstra toont aan dat er in de substantia nigra (structuur in de hersenen) een verlies van kwetsbare zenuwcellen optreedt dat mogelijk duidt op een voorstadium van de ziekte van Parkinson. Het nieuwe inzicht kan helpen om de ziekte van Parkinson vroeg aan te tonen en ook om nieuwe therapieën te ontwikkelen. Anke Dijkstra promoveert 19 december bij VUmc. De ziekte van Parkinson is een aandoening van de zenuwen waarbij de patiënt beperkt wordt door traagheid, stijfheid, balansproblemen en een bepaalde vorm van beven (tremor). Eerder onderzoek toonde aan dat de ziekte gepaard gaat met abnormale eiwitstapelingen in de hersenen, zogenaamde Lewy lichaampjes. De verdeling van deze Lewy lichaampjes verloopt in een voorspelbaar patroon tijdens het hele ziekteverloop. Dijkstra: 'Er is nog weinig bekend over de vroege fase van de ziekte van Parkinson, dus de fase waarin er nog geen klinische symptomen of Lewy lichaampjes waarneembaar zijn. In mijn proefschrift onderzocht ik de moleculaire processen die het ontstaan van de Lewy lichaampjes en de celdood veroorzaken'. Dijkstra onderzocht neurologisch gezonde donoren, donoren met incidentele Lewy lichaampjes (met nog geen klinische klachten) en patiënten met de ziekte van Parkinson. Dijkstra: 'Opmerkelijk was dat wij in de substantia nigra een verlies zagen van kwetsbare zenuwcellen nog vóór er Lewy lichaampjes zichtbaar waren. Dit geeft aan dat de aanwezigheid van de Lewy lichaampjes niet het verlies in zenuwcellen veroorzaakt'. Voordat de Lewy lichaampjes ontstaan treden er allerlei veranderingen op in moleculaire processen. Zo vond Dijkstra een ontregeling in de zogenaamde mTOR en EIF2 processen tijdens het gehele ziekteverloop. Op het moment van de formatie van Lewy lichaampjes vond ze een sterke rol voor mitochondriale disfunctie en het ubiquitine proteasoom systeem in meerdere kwetsbare structuren. Ze heeft ook andere processen geïdentificeerd die nog niet eerder met de ziekte van Parkinson geassocieerd waren, namelijk de regulatie van vertakte keten aminozuren en regulatie van polyamine. Deze processen werden niet eerder in verband gebracht met de ziekte van Parkinson en kunnen meer inzicht bieden in het ontstaan van de ziekte. Deze processen zullen in meer detail onderzocht moeten worden. Het onderzoek van Anke Dijkstra is medegefinancierd door het Prinses Beatrix spierfonds.