contactgegevens
APOTHEEK VELGHE
Zottegemstraat 24
9688 Schorisse
T. 055 45 56 81
info@apotheekvelghe.be

APOTHEEK VELGHE RONSE
Peperstraat 19
9600 Ronse
T. 055 21 26 72
ronse@apotheekvelghe.be
› Overspannen

Hoe merk ik het?

  • Vermoeidheid
  • Concentratieproblemen
  • Slecht slapen
  • Labiliteit

Hoe werkt het?

Overspannenheid is een lichamelijke en geestelijke reactie op een periode van overbelasting. U voelt zich moe, de hele dag, u kunt zich niet goed meer concentreren. U slaapt slecht, u bent labiel, kunt om de kleinste dingen in tranen uitbarsten. U hebt nergens meer zin in, kunt ook somber zijn.

Hoe ontstaat het?

Overspannenheid ontstaat na een periode (enkele weken tot maanden) van overbelasting. Bijvoorbeeld op het werk waar u meer te doen krijgt dan u aankunt. U raakt daardoor gestresst, zeker als de sfeer ook al niet geweldig is en als u geen oor vindt voor uw probleem. Als de stress te lang duurt of te hevig is raakt u overspannen. De oorzaak kan ook in de privé-sfeer liggen: is er iemand ziek, zijn er problemen in de relatie of valt het u moeilijk het overlijden van een naaste te verwerken? Uw eigen karakter speelt ook een rol. Sommige mensen blijven overeind ondanks de grootste problemen, anderen kunnen van een klein incident al overspannen raken. Vaak zie je de overspanningreactie opkomen nadat het probleem is opgelost. Blijkbaar hebt u zich al die tijd met veel inspanning overeind gehouden, maar achteraf betaalt u daar de tol voor. De verschijnselen van overspannenheid lijken sterk op die van burn-out, depressie en het post traumatisch stress syndroom (PTSS). Het grote verschil met burn-out is dat dit ontstaat na een veel langere periode van overbelasting (wel jaren). PTSS ontstaat na een schokkende gebeurtenis.

Hoe ga ik er zelf mee om?

Allereerst is het zaak de oorzaak van uw klachten te achterhalen. Het kan zijn dat u dat helemaal niet doorheeft, dat u denkt dat u ziek bent. Is de oorzaak wel duidelijk, probeer daar dan wat aan te doen. Ga het gesprek aan met de chef en als die niet wil luisteren, maak dan een afspraak met de bedrijfsarts. Zijn er problemen in de privé-sfeer, praat er dan over. Praten lucht op en helpt problemen te ordenen, zelfs als het niet direct mogelijk is een oplossing te vinden. Zorg intussen goed voor uzelf: ga bijtijds naar bed en sta bijtijds op. Zorg iedere dag voor een flinke portie lichaamsbeweging. Meestal verdwijnen de klachten dan na enkele weken.

Hoe gaat de arts er mee om?

Ga naar uw huisarts of naar een vertrouwenspersoon van wie u denkt dat hij u kan helpen. Als u niet weet waar de oorzaak van uw klachten ligt kan een gesprek heel verhelderend zijn. Zij zullen u aanwijzingen geven als boven beschreven. Ook kunnen zij u wijzen op oorzaken die bij uzelf liggen (u neemt teveel hooi op de vork, kunt geen nee zeggen). Soms zijn enkele gesprekken bij een hulpverlener (bijvoorbeeld een maatschappelijk werker) dan zeer leerzaam. Zoals gezegd: meestal verdwijnen de klachten op deze wijze na enkele weken.

Wetenschappelijk nieuws

Het aantal meldende bedrijfsartsen en het aantal meldingen van beroepsziekten is in 2014 sterk gestegen ten opzichte van vorige jaren. De schatting van het jaarlijkse aantal nieuwe gevallen van beroepsziekten per 100.000 werknemers blijft echter gelijk. Dit blijkt uit ‘Kerncijfers Beroepsziekten 2015’ van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten / Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid van het Academisch Medisch Centrum, dat vandaag is verschenen. Het aantal meldende bedrijfsartsen steeg met meer dan 50% en het aantal meldingen van beroepsziekten met meer dan 30% vergeleken met vorig jaar. Dit is waarschijnlijk het gevolg van het onderzoek dat de Inspectie SZW en de Inspectie voor de Gezondheidszorg hebben gedaan onder bedrijfsartsen naar het verplicht melden van beroepsziekten. De meest gemelde beroepsziekten zijn lawaaislechthorendheid, overspannenheid en burn-out, en aandoeningen aan schouder en bovenarm. De schatting van het aantal nieuwe gevallen van beroepsziekten dat in een jaar wordt gemeld blijft echter stabiel. Bedrijfsartsen van het Peilstation Intensief Melden rapporteerden 242 nieuwe beroepsziekten per 100.000 werknemers in 2014. Het aandeel werkenden met een nieuwe beroepsziekte komt hiermee op 0,25% van alle werkenden in Nederland; ofwel ruim 17.400 in 2014. Dit is vergelijkbaar met de voorgaande vijf jaren toen de incidentie varieerde van 237 – 281 met een gemiddelde van 247 per 100 duizend werknemers. De hoogste incidentiecijfers worden gerapporteerd voor psychische aandoeningen (112 per 100 duizend) en aandoeningen aan het houding- en bewegingsapparaat (82 per 100 duizend). De vijf economische sectoren met de hoogste beroepsziekten-incidentie zijn: bouwnijverheid, vervoer en opslag, financiën, onderwijs, en openbaar bestuur en defensie. De meeste beroepsziekten komen voor bij mannen (59%) en bij werknemers van 45 jaar en ouder (62%). Bij 75% van de werknemers met een beroepsziekte is sprake van tijdelijke arbeidsongeschiktheid en bij 4% van blijvende (gedeeltelijke) arbeidsongeschikt door de beroepsziekte. ‘Kerncijfers Beroepsziekten 2015’ is opgesteld door het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten van het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het geeft een overzicht van het aantal en de aard van geregistreerde beroepsziekten en de verspreiding binnen sectoren en beroepen in Nederland. Daarnaast beschrijft het rapport enkele wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen rond beroepsziekten. De Kerncijfers zijn bedoeld voor organisaties op het terrein van beleid en preventie van beroepsziekten, zoals overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties en instellingen voor arbodienstverlening en gezondheidszorg en (para)medisch professionals op het terrein van arbeid en gezondheid. Deze kerncijfers en de tweejaarlijkse uitgebreidere uitgave van ‘Beroepsziekten in Cijfers’ en de informatie op www.beroepsziekten.nl zijn bruikbaar bij de risico-inventarisatie en evaluatie en verzuimanalyses om vast te stellen welke nadelige gezondheidseffecten door werk kunnen worden voorkómen.