Hoe merk ik het?
- Verlammingen
- Doof gevoel
- Tintelingen
- Plots slecht zien met één oog
- Het zien van dubbelbeelden
Hoe werkt het?
Multipele sclerose is een langzaam voortschrijdende, ernstig invaliderende ziekte van het centraal zenuwstelsel (de hersenen en het ruggenmerg). De naam geeft aan wat er in het zenuwstelsel gebeurt: multipele sclerose betekent "meerdere littekens". In de hersenen ontstaan littekens ("plaques") in de geleidingsbanen van de zenuwen. Die kunnen daardoor geen signalen meer doorgeven en dat leidt tot klachten. Wat voor klachten, dat hangt af van de plaats van het litteken. Het kan een verlamming zijn van een arm of een been of een doof gevoel of tintelingen of plots slecht zien met één oog of het zien van dubbelbeelden. In de meeste gevallen herstelt de klacht weer na enige tijd, geheel of gedeeltelijk. Later kan er, als gevolg van een nieuw litteken, een nieuwe klacht ontstaan, die weer geheel of gedeeltelijk verdwijnt. Dat is het typische beloop van de ziekte bij de meeste patiënten: verslechteringen, gevolgd door verbeteringen, met over het geheel een langzame toename van blijvende verschijnselen. Later gaat de ziekte over in wat men noemt de chronische fase, waarin de verschijnselen geleidelijk toenemen, zonder perioden van verbetering. Er ontstaan verlammingen, vaak spastisch (met krampen), chronische moeheid, problemen met plassen (vaak moeten of niet kunnen), met ontlasting, (niet kunnen), met seksualiteit, aanvallen van pijnlijke spierkrampen, soms ook psychische afwijkingen, als vergeetachtigheid of depressies. Soms verloopt de ziekte snel en leidt tot de dood. Dat is echter de uitzondering. De gemiddelde MS patiënt heeft, hoewel invalide, een normale levensverwachting
Hoe ontstaat het?
MS is één van die aandoeningen waarbij het afweersysteem het eigen lichaam aantast. Waardoor is nog steeds niet bekend. Men denkt als gevolg van een virusinfectie. Hoewel de ziekte niet erfelijk is, kunnen erfelijke factoren wel een rol spelen bij het ontstaan ervan. De ziekte komt voor bij één op de duizend Nederlanders, meer bij vrouwen dan bij mannen en begint vaak tussen het twintigste en veertigste levensjaar. Men ziet het vaker in streken met een mild klimaat. Emoties en ook warmte kunnen de ziekte doen verergeren.
Hoe ga ik er zelf mee om?
U kunt niet voorkomen dat u de ziekte krijgt. Als u het heeft, leef dan gelijkmatig, vermijd stress en grote inspanning, ga warmte uit de weg. Al deze factoren kunnen de verschijnselen van de ziekte doen verergeren.
Hoe gaat de arts er mee om?
Het kan even duren voor de diagnose gesteld wordt. Dat komt door de wisselende, vluchtige Symptomen in het begin van de ziekte en ook omdat er geen harde, bewijzende test voor bestaat. Met de komst van de MRI scan is het wel een stuk makkelijker geworden. Daarmee kunnen de littekenplaques in het centraal zenuwstelsel goed zichtbaar gemaakt worden. Onderzoek van het ruggenmergvocht geeft ook een aanwijzing en verder het verdere beloop van de ziekte. Multipele sclerose kan nog niet genezen worden. Met verschillende soorten medicijnen probeert men de voortgang ervan te vertragen: hoge doses corticosteroïden, interferon en stoffen die het afweersysteem remmen, als methotrexaat. Op korte termijn lijken deze middelen te werken, maar of ze op lange termijn effect hebben blijft de vraag. De diagnose MS komt hard aan en heeft grote consequenties voor het verdere leven: de toenemende invaliditeit en afhankelijkheid; daarnaast de chronische moeheid. In Nederland zijn enkele klinieken die zich toeleggen op de behandeling van MS patiënten. Daar werken teams van gespecialiseerde neurologen, verpleegkundigen, revalidatieartsen, fysiotherapeuten, maatschappelijk werkers. Door hun ervaring kunnen zij u goed adviseren en begeleiden.
Wetenschappelijk nieuws
Vernauwingen in de halsaderen van mensen met multiple sclerose (MS) zijn zeer waarschijnlijk niet de oorzaak van MS, zo blijkt uit onderzoek van VU medisch centrum. Onderzoekers van VUmc MS Centrum Amsterdam raden een dotterbehandeling van deze aderen dan ook af. VUmc MS Centrum Amsterdam heeft bij recent voltooid onderzoek gevonden dat vernauwingen in de halsaderen (venen) in gelijke mate voorkomen bij mensen met MS als bij gezonde personen. Bovendien blijkt dat deze vernauwingen niet leiden tot problemen met de afvoer van bloed uit de hersenen. Vorig jaar ontstond veel ophef onder patiënten met multipele sclerose (MS). De Italiaanse vaatchirurg Zamboni presenteerde een nieuwe theorie over de oorzaak van MS, die mogelijk uitzicht bood op behandeling. De gangbare theorie is dat MS veroorzaakt wordt door een ontregeling van het immuunsysteem. Volgens Zamboni wordt MS echter veroorzaakt door vernauwingen in de afvoerende bloedvaten (venen) van de hersenen, waardoor het bloed de hersenen moeilijk kan verlaten en zelfs de verkeerde kant op stroomt. In het onderzoek van VUmc zijn twintig MS-patiënten en een controle groep van twintig personen zonder MS onderzocht met een beeldvormende techniek (MR-venografie). Er is gekeken naar de aanwezigheid van vernauwingen in de aderen en naar de bloedafvoer in de hersenen. Vernauwingen van de halsaderen werden gevonden in acht van de twintig gezonde controlepersonen en in tien van de twintig MS-patiënten. De grootte en richting van bloedstroom in de hersenen was normaal bij alle veertig deelnemers. Afwijkingen in het veneuze systeem zijn dus ongeveer even vaak te zien bij MS-patiënten als bij gezonde controlepersonen. Omdat er bij geen enkele onderzochte persoon sprake is van veranderingen van de bloedstroom, stellen de onderzoekers dat het om normale variaties gaat en zeker niet om afwijkingen die behandeling behoeven. Het onderzoek van VUmc is gedaan met relatief weinig proefpersonen en het is mogelijk dat andere technieken aanvullende inzichten in de bouw en functie van het vaatstelsel van MS-patiënten opleveren. VUmc MS Centrum Amsterdam zal het onderzoek dan ook voortzetten met een grotere groep MS-patiënten, gezonde controlepersonen en patiënten met andere neurologische aandoeningen. Bij dit onderzoek zal naast MR-venografie ook gebruik worden gemaakt van Doppler-echografie. De Stichting MS Research maakt het vervolgonderzoek financieel mogelijk.
De drang om de totale situatie van een patiënt met een neurologische aandoening in één getal uit te drukken leidt vaak tot het verlies van informatie. Aldus prof. dr. Bernard Uitdehaag, die op woensdag 12 mei zijn leerstoel "klinische neuroepidemiologie" aanvaardt. Bij veel neurologische aandoeningen is er sprake van problemen op meerdere terreinen van het lichamelijk en geestelijk functioneren. Meestal worden al die terreinen apart gemeten en vervolgens worden die resultaten samengevoegd tot één score. "Daarmee verliezen we het zicht op de bijdrage van de verschillende problemen. En dat wordt alleen nog maar erger als we veranderingen in de tijd willen meten", aldus Uitdehaag. "Verslechteringen op het ene terrein kunnen wegvallen tegen verbeteringen op een ander terrein en al die veranderingen blijven dan onzichtbaar." Neuroloog Bernard Uitdehaag doet zijn uitspraken aan de hand van zijn ervaringen bij de ziekte multiple sclerose (MS). Bij MS kunnen uiteenlopende klachten ontstaan op meerdere terreinen, zoals problemen met het zien, het lopen, het gevoel of de blaasfunctie. Het beloop is onvoorspelbaar; klachten kunnen ontstaan, maar ook weer geheel of gedeeltelijk verdwijnen. MS is niet te genezen, maar onderzoek naar de behandeling van MS is volop in ontwikkeling. Juist daarom zijn goede meetinstrumenten voor de ziekte nodig. De instrumenten die momenteel het meest gebruikt worden, voegen de verschillende terreinen allemaal samen tot één getal. Uitdehaag pleit er voor de verschillende aspecten van de ziekte te meten en apart zichtbaar te maken. De effecten van een behandeling kunnen dan ook gedetailleerder bestudeerd worden. "Natuurlijk moeten de verschillende aspecten met elkaar in verband worden gebracht, maar we moeten zorgen dat daarmee niet teveel informatie verloren gaat. Het is een uitdaging om daar de meest optimale manier voor te vinden." MS is een ziekte van het centrale zenuwstelsel waar in Nederland naar schatting zo"n 16.000 mensen aan leiden. VUmc MS Centrum Amsterdam is het belangrijkste kenniscentrum voor MS in Nederland en hoort wetenschappelijk bij de beste MS centra van de wereld. In het centrum wordt veel onderzoek gedaan naar de diagnostiek en behandeling van MS. VUmc MS Centrum Amsterdam wordt gesponsord door de Stichting MS Research.
Gilenya (fingolimod), het eerste orale middel voor de behandeling van multipele sclerose, is door de FDA goedgekeurd. Uit studies blijkt dat het immunosuppressieve middel het aantal aanvallen reduceert en de ziekteprogressie afremt. De huidige behandeling van multipele sclerose bestaat uit injecteerbare middelen. Fingolimod behoort tot een nieuwe klasse geneesmiddelen die bepaalde bloedcellen in lymfeknopen blokkeert. Hierdoor migreren minder cellen naar onder meer de hersenen, waardoor de ernst van multipele sclerose afneemt. Patiënten die het middel gaan gebruiken moeten gemonitord worden op een afname in hartslagfrequentie. Ook de kans op infecties kan stijgen en de kans op macula-oedeem. De meest voorkomende bijwerkingen zijn griep, diarree, rugpijn en hoest. In de Verenigde Staten zijn capsules van 0,5 mg beschikbaar. Bron: PW 2010;145(44) + FUS
Teriflunomide, een oraal middel dat bedoeld is voor multipele sclerose, vermindert het aantal jaarlijkse relapses met 31% in vergelijking met placebo. Dit blijkt uit een studie gepresenteerd op een internationaal congres voor multipele sclerose. De onderzoekers volgden ruim duizend patiënten gedurende 108 weken. Ook het risico op aanhoudende invaliditeitsprogressie over twaalf weken verminderde significant: 30% reductie voor de 14 mg dosis en 24% voor de 7 mg dosis. Patiënten verdroegen teriflunomide goed. Bron: PW 2010;145(45):22 + FUS
Astrocyten, stervormige steuncellen in het brein, kunnen zowel bijdragen aan de beschadiging als aan de bescherming van de bloed-hersenbarrière bij patiënten met multiple sclerose (MS). Bij iemand met multipele sclerose (MS) is de beschermende functie van de bloed-hersenbarrière verloren en komen ontstekingscellen de hersenen binnen. Deze bloed-hersenbarrière bevindt zich in de bloedvaten van de hersenen en schermt het brein af van de rest van ons lichaam. Onderzoeker Mark Mizee bestudeerde de veranderingen in de communicatie tussen astrocyten en de bloed-hersenbarrière bij deze patiënten. De belangrijkste bevinding van Mark Mizee is dat astrocyten bijdragen aan de regulatie van de bloed-hersenbarrière bij patiënten met MS. Enerzijds kunnen astrocyten ontstekingscellen aantrekken naar de hersenen, anderzijds kunnen ze de bloed-hersenbarrière versterken en daarmee de ontsteking tegengaan door het aanmaken van retinolzuur. Retinolzuur, afkomstig van vitamine A, is belangrijk bij de vorming van de bloed-hersenbarrière tijdens de hersenontwikkeling. Astrocyten in een brein met MS-ontstekingen produceren ook retinolzuur. Het lijkt er op dat dit retinolzuur de schade aan de bloed-hersenbarrière vermindert. Astrocyten zijn dus in staat om veel invloed uitoefenen op de bloed-hersenbarrière bij mensen met MS. Een beter begrip van de rol van astrocyten bij MS-ontstekingen kan leiden tot manieren om de ontstekingsbevorderende rol van astrocyten te remmen en de beschermende rol te stimuleren. Dit kan nieuwe manieren opleveren om de bloed-hersenbarrière te beschermen bij de ziekte MS.
De neurologische aandoening Multipele Sclerose (MS) heeft zowel fysiek als mentaal impact op de – vaak nog jonge – patiënten en hun omgeving. Bewegingsproblemen, pijn, duizeligheid, angst en depressie beïnvloeden de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven bij deze patiënten. Pavol Mikula concludeert in zijn proefschrift dat veel van deze factoren vooral samenhangen met de mentale component ervan. Hij adviseert om met gerichte behandelingen de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van MS-patiënten te verbeteren. Mikula onderzocht het verband tussen de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en factoren zoals vermoeidheid, persoonlijkheid, coping-strategieën en sociale participatie. Hij vond dat vrijwel al deze factoren samenhangen met de mentale component van de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. De coping-strategie gericht op het stoppen van onaangename emoties en gedachten, zo blijkt uit een steekproef, kan voor mensen met MS heel waardevol kan zijn. Ook een verhoogd gevoel van eigenwaarde kan bijdragen aan verbetering van de mentale gezondheid van MS-patiënten. Het verbeteren van de mate waarin iemand meedoet in de maatschappij (sociale participatie) blijkt samen te hangen met de fysieke component van de kwaliteit van leven. Hoewel uit het onderzoek niet blijkt of sociale participatie ook daadwerkelijk de fysieke component verbetert, denkt Mikula dat het stimuleren van sociale participatie bij patiënten met MS een positieve invloed op die fysieke component kan hebben. Mikula adviseert op basis van zijn onderzoek MS-patiënten te trainen in de coping-strategie gericht op het stoppen van onaangename emoties en gedachten en het verbeteren van het gevoel van eigenwaarde. Daarnaast moet de sociale participatie bij MS-patiënten gestimuleerd worden, zodat zij ook op fysiek vlak een betere kwaliteit van leven kunnen ervaren. Pavol Mikula (1988) studeerde Psychologie aan de Safarik Universiteit, Kosice, Slowakije. Zijn onderzoek valt binnen het onderzoeksinstituut SHARE en het onderzoeksprogramma Public Health Research. Het onderzoek werd gefinancierd door het Universitair Medisch Centrum Groningen en de Safarik Universiteit in Kosice. Inmiddels werkt Mikula als onderzoeker aan de Safarik Universiteit in Slowakije.
Van 4–7 mei vond de maandelijkse bijeenkomst van de PRAC (Pharmacovigilance Risk Assessment Committee) plaats. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) is vertegenwoordigd in de PRAC.
PRAC start herbeoordeling Tysabri (natalizumab)
De PRAC is een herbeoordeling gestart van Tysabri (natalizumab), een geneesmiddel voor de behandeling van multipele sclerose (MS). Een van de bekende risico’s van natalizumab is het optreden van progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML). PML is een zeldzame infectie van de hersenen veroorzaakt door het John Cunningham virus (JC virus). Het is belangrijk dat PML vroegtijdig wordt ontdekt en daarom zijn er eerder al een aantal maatregelen genomen om het risico te minimaliseren. Doel van de huidige herbeoordeling is na te gaan of de huidige maatregelen en adviezen over dit bekende risico herzien moeten worden in het licht van nieuwe wetenschappelijke gegevens.
PRAC start herbeoordeling inhalatie corticosteroïden
De PRAC is eveneens een herbeoordeling gestart van inhalatie corticosteroïden indien gebruikt bij de behandeling van chronische obstructieve longziekten (chronic obstructive pulmonary disease, COPD).
De herbeoordeling is gestart om het reeds bekende risico van pneumonie (longontsteking) bij COPD beter in kaart te brengen.
Onglyza (saxagliptine)
De PRAC heeft gesproken over de analyse van een studie naar het diabetesgeneesmiddel Onglyza (saxagliptine). Eerder meldde het CBGdat de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) een aanvullende analyse heeft gedaan van de gegevens van de SAVOR studie uit 2013. In deze studie werden de werkzaamheid en veiligheid op hart en vaten (cardiovasculaire effecten) van saxagliptine (Onglyza en Komboglyze) onderzocht bij ruim 16.000 patiënten met type 2-diabetes. Het geneesmiddelenbeoordelingscomité CHMP bespreekt het onderwerp nu verder in haar vergadering in mei. Als er vanuit deze vergadering conclusies te melden zijn, zal het CBG hierover berichten.
Over de PRAC
De PRAC (Pharmacovigilance Risk Assessment Committee) speelt als geneesmiddelenbewakingscomité een belangrijke rol bij het toezicht op de risico’s van humane geneesmiddelen in Europa en komt maandelijks bijeen bij het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA). De PRAC geeft aanbevelingen en advies aan de CHMP (Committee on Medicinal Products for Human Use), het geneesmiddelenbeoordelingscomité en de CMDh (Coordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures), omtrent de risico’s van geneesmiddelen toegelaten in de Europese Unie.
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) is vertegenwoordigd in de CHMP, PRAC en de CMDh. Het signaleren en analyseren van bijwerkingen gedurende de gehele levenscyclus van een geneesmiddel wordt farmacovigilantie genoemd. Dit is een kerntaak van het CBG.
Nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft positieve adviezen uitgebracht voor het verlenen van handelsvergunningen voor de volgende nieuwe geneesmiddelen:
- Forxiga (dapagliflozin), voor de behandeling van type 2 diabetes mellitus bij volwassenen.
- Jakavi (ruxolitinib), voor de symptomatische behandeling van chronische vormen van primaire en secundaire myelofibrose.
- Rienso (ferumoxytol), voor de intraveneuze behandeling van ijzerdeficiëntie bij volwassenen met chronische nierziekte.
Uitbreiding indicaties
De CHMP adviseerde positief over de volgende indicatie-uitbreidingen:
- Lantus/ Optisulin (insulin glargine), nieuw voor de behandeling van diabetes mellitus bij kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 5 jaar.
Herbeoordeling Glybera
De Europese Commissie had de CHMP verzocht om nogmaals te kijken naar de baten-risico balans van Glybera (alipogeen tiparvovec) binnen een subgroep van patiënten met ernstige of meervoudige aanvallen van pancreatitis. De discussie in de CHMP leidde niet tot een wijziging van het eerdere negatieve advies over de baten-risico balans van dit geneesmiddel.
Afronding beoordeling Gilenya
De CHMP heeft de beoordeling afgerond van Gilenya (fingolimod) bedoeld voor de behandeling van zeer actieve multipele sclerose. Deze beoordeling was gestart in januari 2012. De CHMP heeft geconcludeerd dat de baten-risico balans van fingolimod positief blijft; de waarschuwingen in de productinformatie zijn inmiddels aangepast. Artsen en apothekers worden op zeer korte termijn op de hoogte gebracht middels een DHPC.
Weigering handelsvergunning Folotyn
Op 19 januari 2012 bracht de CHMP het advies uit geen handelsvergunning te verlenen voor het geneesmiddel Folotyn(pralatrexaat) voor de behandeling van perifeer T-cel lymfoom. Na een heroverweging op verzoek van de aanvrager, heeft de CHMP deze weigering van de handelsvergunning bevestigd. Voornaamste reden is dat de ingediende data onvoldoende zijn om een positieve baten-risicobalans te ondersteunen.
Afronding arbitrageprocedures
Op 19 april 2012 heeft de CHMP de onderstaande arbitrageprocedures afgerond.
- Flutiform/ Iffeza, bestaande uit een vaste combinatie van twee werkzame stoffen en gebruikt bij de behandeling van astma. De CHMP oordeelde positief over de baten-risico balans van dit product.
- Yvidually/Flexyessy, anticonceptiemiddelen met de werkzame stoffen ethinylestradiol en drosperinon, geschikt om langere tijd zonder onderbreking te gebruiken. De CHMP oordeelde positief over de baten-risico balans van dit product.
- Yaz 24+4/ Ethinylestradiol-Drospirenone 24+4 , anticonceptiemiddelen met de werkzame stoffen ethinylestradiol en drosperinon. De CHMP oordeelde negatief over een uitbreiding van de indicatie met de behandeling van acne bij vrouwen die het product al gebruiken als anticonceptiemiddel.
'Multipele sclerose (MS) is anno 2013 evengoed een ziekte van de 'grijze stof' als een ziekte van de 'witte stof' in het brein.' Met die woorden onderbouwt Jeroen Geurts, hoogleraar translationeel neurowetenschappelijk onderzoek, op 19 maart 2013 zijn inaugurele rede 'Een brede blik op het brein' en daarmee zijn onderzoeksagenda voor de komende jaren. MS is een chronische ziekte van het centrale zenuwstelsel, die voornamelijk jonge mensen treft. Aan het begin van deze eeuw was MS nog het schoolvoorbeeld van een 'wittestofziekte'; schade aan zenuwcelverbindingen die elektrische signalen vervoeren. Bij MS-patiënten komt de elektriciteit niet goed door, omdat de 'witte stof' ontstoken is en littekens vertoont. Dit kan leiden tot problemen met motoriek, gevoel en zicht. Naast lichamelijke klachten hebben veel MS-patiënten cognitieve klachten, zoals traagheid, vergeetachtigheid en concentratieverlies. Omdat deze klachten destijds niet voldoende door 'wittestofschade' verklaard konden worden, is men zich gaan richten op de grijze stof, die zorgt voor informatieverwerking in het brein. Met volle overgave zoekt het onderzoeksteam van Geurts naar verklaringen voor cognitieve achteruitgang bij MS. Ook wordt er gewerkt aan nieuwe behandelingen en interventies, zoals brain training en hersenstimulatie.' In zijn inaugurele rede presenteert Geurts tevens zijn ideeën over het ontstaan van MS; ideeën die de heersende opinie uitdagen en verdiepen. Daarnaast geeft hij zijn eigen visie op het nieuwe vakgebied van de translationele neurowetenschappen en hij betoogt dat goede wetenschap sterk in de maatschappij geworteld is.
Multipele Sclerose (MS) is een ongeneeslijke, invaliderende ontstekingsziekte van de hersenen die vooral jongvolwassenen treft. In het begin van het ziekteproces is een belangrijke rol weggelegd voor specifieke afweercellen (T-cellen) die de hersenen aanvallen. In experimenteel onderzoek remt vitamine D deze slechte T-cellen, wat mogelijk gunstig zou kunnen zijn voor MS patiënten. Dit proefschrift laat zien dat MS patiënten met veel aanvallen van MS lagere vitamine D-waarden in het bloed hebben, evenals patiënten met een meer verstoorde balans tussen goede en slechte T-cellen. Het geven van extra vitamine D aan een kleine groep patiënten was veilig en liet subtiele aanwijzingen zien voor een verbetering van deze balans. Om dit effect verder te kunnen onderzoeken, is de SOLAR studie ontwikkeld. In deze eerste grootschalige klinische studie naar de effecten van vitamine D in MS krijgen 348 Europese MS-patiënten hoge doses vitamine D of placebo. De resultaten van de SOLAR studie kunnen leiden tot een uitbreiding van het tot op heden beperkte behandelarsenaal in MS. Proefschrift: drs. Joost J.F.M. Smolders, "Vitamine D as an immune modulator in multiple sclerosis".
Is cannabis effectief voor medicinaal gebruik? Een literatuuranalyse van zo’n 80 gerandomiseerde studies geeft een wisselend beeld van de bewijzen voor de werking van cannabis en haar bestanddelen (zgn. cannabinoïden). Zo is de kwaliteit van het onderzoek naar de behandeling van chronische pijn matig, terwijl de kwaliteit van het bewijs voor verbetering van misselijkheid en overgeven bij chemotherapie, slaapstoornissen en Tourette zelfs laag is. Dat blijkt uit een studie die gepubliceerd is in het juninummer van JAMA. In verschillende landen is cannabis wettelijk toegestaan voor medicinaal gebruik. Ondanks deze brede toepassing is de werkzaamheid van medicinale cannabis niet goed aangetoond, zo blijkt uit het JAMA artikel. De onderzoekers, waaronder prof. dr. Jos Kleijnen, hoogleraar Systematic reviews in health care aan de Universiteit Maastricht en projectleider van de literatuurstudie, onderzochten het wetenschappelijk bewijs voor de behandeling van verschillende aandoeningen. In diverse databases voor gerandomiseerde studies vonden zij 79 studies met in totaal 6.462 deelnemers die pasten binnen de criteria voor meta-analyse. De meeste studies wekten de suggestie dat cannabinoïden de symptomen verbeterden, maar die verbanden waren niet in alle studies statistisch significant. Er werd een matig bewijs gevonden voor gunstige effecten bij de behandeling van chronische neuropatische pijn en spasticiteit als gevolg van Multipele Sclerose. Het bewijs was zwak voor de verbetering van misselijkheidsklachten bij chemotherapie, gewichtstoename bij HIV, slaapstoornissen en Tourette. De verbetering van angststoornissen was nog slechter bewezen. De beweringen dat cannabinoïden geen effect zouden hebben op psychose of depressie bleken op zeer zwakke bewijsvoering te rusten. Wel was er een verhoogd risico op korte termijn-bijwerkingen zoals duizeligheid, droge mond, misselijkheid, moeheid, slaperigheid, euforie, overgeven, desoriëntatie, sufheid, verwardheid, evenwichtsstoornissen en hallucinaties. Er is geen verschil gevonden in resultaten bij verschillende typen cannabinoïden of toedieningswijze.