Hoe merk ik het?
- Rood gewricht, pijnlijk bij bewegen
- Meestal is het basisgewricht van de grote teen aangedaan; in principe kan het elk gewricht treffen
Hoe werkt het?
Bij jicht is er sprake van een acute ontsteking van één of meerdere gewrichten. Meestal doet het basisgewricht van de grote teen erg pijn en is het gevoelig bij aanraken en bewegen. De huid over het gewricht is warm en rood. Onbehandeld zakt de gewrichtsontsteking vaak na enkele dagen tot weken spontaan af. Later kan het wel weer de kop opsteken. Soms gebeurt dat jaren later, maar soms ook wel enkele malen per jaar. Opvallend is dat we jicht vooral zien bij mannen met hoge bloeddruk, overgewicht en verhoogde bloedvetten (cholesterol).
Hoe ontstaat het?
De gewrichtsontsteking wordt veroorzaakt door kleine urinezuurkristallen die zich in het gewrichtskapsel hebben gevormd. Deze kristallen ontstaan doordat er een te hoog gehalte aan urinezuur in het bloed is. Bij patiënten die al langer last van jicht hebben zijn deze kristallen herkenbaar als knobbeltjes rond de gewrichten en in de oorschelpranden. Het urinezuurgehalte in het bloed raakt meestal verhoogd doordat de nieren niet goed werken en onvoldoende urinezuur uitscheiden. Dat kan "zomaar" gebeuren of onder invloed van bepaalde omstandigheden. Zo remt langdurig overmatig gebruik van alcohol de uitscheiding van urinezuur af. Ook bij gebruik van bepaalde plaspillen zien we het urinezuurgehalte in het bloed stijgen. Voeding heeft niet veel invloed. Soms is de aanmaak van urinezuur in het bloed sterk verhoogd. We zien dat bijvoorbeeld bij bepaalde soorten kanker. Bij chemotherapie worden veel cellen afgebroken en het celkernmateriaal wordt onder andere afgebroken tot urinezuur.
Hoe ga ik er zelf mee om?
Als u een jichtaanval hebt kunt u er op dat moment weinig aan doen. Op de langere termijn doet u er goed aan bij uzelf na te gaan of een te hoog alcoholgebruik misschien een rol zou kunnen spelen. Het is van belang voldoende te drinken: zeker twee tot drie liter per dag is aan te raden.
Hoe gaat de arts er mee om?
Raadpleeg altijd uw huisarts als u een acute gewrichtsontsteking hebt. Stelt deze de diagnose jicht, dan zal hij u een ontstekingsremmende pijnstiller (NSAID) voorschrijven. Aanvankelijk in een hoge dosering maar na een paar dagen in een lagere dosering. De pijn zakt daarop snel af. Mag u deze middelen om bepaalde redenen niet gebruiken of hebben ze onvoldoende effect, dan komt er een ander geneesmiddel in aanmerking: colchicine. Volg bij het gebruik hiervan goed de voorschriften op want het kan nogal wat bijwerkingen hebben, vooral op het maagdarmkanaal (braken, diarree). Helpt ook dat niet, dan kan u een ontstekingsremmend hormoon toegediend worden: per injectie in het gewricht of anders per tablet. Doen zich vaker jicht aanvallen voor dan komt het erop aan het urinezuurgehalte in het bloed te verlagen. Dit kan door de aanmaak van urinezuur te remmen met allopurinol of door de uitscheiding ervan in de nieren te stimuleren met benzbromaron. Een dergelijke behandeling kan in het begin leiden tot een toename van de jichtaanvallen. Deze aanvallen moeten dan weer worden behandeld zoals hierboven beschreven. Om die reden mag een urinezuur verlagende behandeling niet worden gestart tijdens of in de eerste weken na een jichtaanval.
Wetenschappelijk nieuws
Jicht is een vaak voorkomende gewrichtsontsteking. Toch is er over de aandoening opvallend weinig bekend en doen er, ook onder medici, hardnekkige, onbewezen opvattingen over jicht de ronde. Huisarts Hein Janssens uit Lobith zette zijn verbazing hierover om in een proefschrift (UMC St Radboud, Nijmegen). Hij deed onder andere de medisch zeer relevante ontdekking, dat jicht vaak samengaat met hoge bloeddruk en hartvaatziekten. Verder ontwikkelde hij voor artsen een jichtcalculator, waarmee ze snel kunnen vaststellen of een patiënt jicht heeft. Tot slot vond hij in prednison een efficiënt pijnstillend middel, dat voor een groot deel van de jichtpatiënten veiliger is dan de gangbare middelen. Jicht manifesteert zich als een plotselinge, extreme pijn in een gewricht, heel vaak in een grote teen. De plaats van het aangedane gewricht is meestal rood en gezwollen. De pijn is zo hevig, dat het slachtoffer zich doorgaans acuut tot de huisarts wendt. Naar schatting maakt één tot twee procent van de Westerse bevolking tenminste eenmaal een aanval van jicht mee, mannen zeven tot negen maal vaker dan vrouwen. Jicht is al beschreven ten tijde van de Griekse arts Hippocrates. De oorzaak van de gewrichtsontsteking is geen bacterie of virus, maar een opeenhoping van kristallen van urinezuur in de gewrichtsvloeistof. Het bewijs dat iemand echt jicht heeft, is de aanwezigheid van urinezuurkristallen in de gewrichtsvloeistof. Hiervoor is het aanprikken van het pijnlijke gewricht nodig. Dit gebeurt alleen bij een reumatoloog. Negentig procent van de jichtpatiënten wordt echter niet door de reumatoloog, maar door de huisarts behandeld. Janssens ontdekte dat huisartsen geneigd zijn om een artritis die zich uitsluitend voordoet in één gewricht, te beschouwen als jicht, terwijl dit lang niet altijd het geval is. Daarom heeft hij een speciale jichtcalculator ontwikkeld. Met dit instrument, dat uit zeven items bestaat, kan elke huisarts gemakkelijk vaststellen, hoe groot de kans is dat de patiënt jicht heeft. De jichtcalculator is te vinden op de website van het UMC St Radboud. Gangbare middelen die huisartsen voorschrijven om de pijn bij jicht te bestrijden zijn de zogenoemde NSAID"s, zoals ibuprofen en naproxen. Deze hebben echter bijwerkingen, die gevaarlijk kunnen zijn voor ouderen of voor mensen met een hartvaatziekte of nierziekte. Janssens deed een gerandomiseerd geneesmiddelenonderzoek en ontdekte dat een korte kuur met prednison even goed werkt tegen jichtpijn als naproxen. Tegen een kortdurende prednisonkuur, maximaal vijf dagen, bestaan nauwelijks medische bezwaren, terwijl deze behandeling veel beter rekening houdt met de vaak belaste voorgeschiedenis van de, meestal oudere, jichtpatiënt. Daarom beveelt Janssens prednison als eerste-keusbehandeling aan. Eén van de "fabels" over jicht is, dat jicht een bijwerking zou zijn van plaspillen. Plaspillen worden voorgeschreven aan mensen met een hoge bloeddruk of een hartvaatziekte. Janssens ontdekte dat niet de plaspillen hier de boosdoener zijn, maar de relatie tussen jicht enerzijds en hoge bloeddruk en hartvaatziekten anderzijds. "Dit heeft twee belangrijke consequenties," zegt Janssens. "Om te beginnen moet iemand die plaspillen gebruikt en jicht heeft, vooral niet stoppen met die medicatie. Plaspillen zijn erg belangrijk voor de patiënten; ze hebben die nodig voor hun hoge bloeddruk of hartfalen. En in de tweede plaats moeten huisartsen beseffen dat iemand die zich meldt met jicht, grotere risico"s heeft op hartvaatziekten. Het zou dus goed zijn als huisartsen patiënten met jicht screenen op deze risico"s".
Jicht is een pijnlijk inflammatoire artritis met als belangrijke kenmerken een veel voorkomende typische gewrichtslocalisatie (het metatarsofalangeaal (MTP)-1-gewricht van de grote teen), een relatief korte aanvalsduur (enkele dagen tot 2-3 weken) en een recividerend karakter. Bij de behandeling van de aandoening worden de aanvals- en onderhoudsbehandeling onderscheiden. Bij de aanvalsbehandeling van jicht worden colchicine, corticosteroïden en niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID"s) toegepast. Van deze middelen zijn weinig gerandomiseerde dubbelblinde onderzoeken beschikbaar bij slechts een klein aantal patiënten. Op basis van deze beperkte gegevens kunnen corticosteroïden of NSAID"s als eerstekeuzemiddelen worden ingezet bij de acute aanvalsbehandeling van jicht. Hierna komt colchicine in aanmerking. Hierbij moet rekening gehouden worden met een nadelig bijwerkingen- en risicoprofiel van NSAID"s voor veel specifieke patiëntencategorieën, zoals ouderen, patienten met een belaste voorgeschiedenis van gastro-intestinaal ulcuslijden, en verminderde nierfunctie, cardiovasculaire morbiditeit en in het bijzonder hartfalen. Als een NSAID is gecontraïndiceerd, is het corticosteroïde prednisolon het eerstekeuzemiddel. Hoewel colchicine is geregistreerd voor de aanvalsbehandeling van jicht als een NSAID is gecontraïndiceerd of niet goed wordt verdragen, zijn hierover geen onderzoeksgegevens gepubliceerd om dit te onderbouwen. Derhalve verdient dit middel niet de voorkeur boven een corticosteroïde. Bij de onderhoudsbehandeling ontbreken gerandomiseerde dubbelblinde onderzoeken waarbij de werkzaamheid onderzocht is op klinische eindpunten. Bij de onderhoudsbehandeling van jicht kunnen allopurinol en benzbromaron worden toegepast, terwijl febuxostat nog niet in Nederland in de handel is. Het beschikbare bewijs is ontoereikend om de vraag te beantwoorden of de onderhoudsbehandeling de aanvalsfrequentie en het aantal tofi vermindert. Van benzbromaron zijn geen gerandomiseerde dubbelblinde onderzoeken beschikbaar, zelfs niet op het surrogaateindpunt serumurinezuurconcentratie. Van allopurinol zijn alleen onderzoeken beschikbaar waarin wordt vergeleken met febuxostat. In de onderzoeken wordt primair het verschil in verlaging van de serumurinezuurconcentratie onderzocht. Hoewel werkzaamheid van allopurinol onvoldoende is aangetoond, is dit middel in de praktijk eerstekeuzemiddel. Dit is gebaseerd op langdurige ervaring, maar niet op wetenschappelijk bewijs. Vanwege zeldzame ernstige leverfunctiestoornissen is door de fabrikant van benzbromaron besloten dat het middel voorbehouden blijft aan patiënten met jicht die allergisch zijn voor allopurinol of bij wie allopurinol is gecontraïndiceerd. Het uricosuricum probenecide is in Nederland alleen als magistrale bereiding beschikbaar. Van dit middel zijn geen gerandomiseerde dubbelblinde onderzoeken gepubliceerd. Bron: Gebu 2010;44(10):109-15 + FUS
Jicht is een pijnlijk inflammatoire artritis met als belangrijke kenmerken een veel voorkomende typische gewrichtslocalisatie (het metatarsofalangeaal (MTP)-1-gewricht van de grote teen), een relatief korte aanvalsduur (enkele dagen tot 2-3 weken) en een recividerend karakter. Bij de behandeling van de aandoening worden de aanvals- en onderhoudsbehandeling onderscheiden. Bij de aanvalsbehandeling van jicht worden colchicine, corticosteroïden en niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID"s) toegepast. Van deze middelen zijn weinig gerandomiseerde dubbelblinde onderzoeken beschikbaar bij slechts een klein aantal patiënten. Op basis van deze beperkte gegevens kunnen corticosteroïden of NSAID"s als eerstekeuzemiddelen worden ingezet bij de acute aanvalsbehandeling van jicht. Hierna komt colchicine in aanmerking. Hierbij moet rekening gehouden worden met een nadelig bijwerkingen- en risicoprofiel van NSAID"s voor veel specifieke patiëntencategorieën, zoals ouderen, patienten met een belaste voorgeschiedenis van gastro-intestinaal ulcuslijden, en verminderde nierfunctie, cardiovasculaire morbiditeit en in het bijzonder hartfalen. Als een NSAID is gecontraïndiceerd, is het corticosteroïde prednisolon het eerstekeuzemiddel. Hoewel colchicine is geregistreerd voor de aanvalsbehandeling van jicht als een NSAID is gecontraïndiceerd of niet goed wordt verdragen, zijn hierover geen onderzoeksgegevens gepubliceerd om dit te onderbouwen. Derhalve verdient dit middel niet de voorkeur boven een corticosteroïde. Bij de onderhoudsbehandeling ontbreken gerandomiseerde dubbelblinde onderzoeken waarbij de werkzaamheid onderzocht is op klinische eindpunten. Bij de onderhoudsbehandeling van jicht kunnen allopurinol en benzbromaron worden toegepast, terwijl febuxostat nog niet in Nederland in de handel is. Het beschikbare bewijs is ontoereikend om de vraag te beantwoorden of de onderhoudsbehandeling de aanvalsfrequentie en het aantal tofi vermindert. Van benzbromaron zijn geen gerandomiseerde dubbelblinde onderzoeken beschikbaar, zelfs niet op het surrogaateindpunt serumurinezuurconcentratie. Van allopurinol zijn alleen onderzoeken beschikbaar waarin wordt vergeleken met febuxostat. In de onderzoeken wordt primair het verschil in verlaging van de serumurinezuurconcentratie onderzocht. Hoewel werkzaamheid van allopurinol onvoldoende is aangetoond, is dit middel in de praktijk eerstekeuzemiddel. Dit is gebaseerd op langdurige ervaring, maar niet op wetenschappelijk bewijs. Vanwege zeldzame ernstige leverfunctiestoornissen is door de fabrikant van benzbromaron besloten dat het middel voorbehouden blijft aan patiënten met jicht die allergisch zijn voor allopurinol of bij wie allopurinol is gecontraïndiceerd. Het uricosuricum probenecide is in Nederland alleen als magistrale bereiding beschikbaar. Van dit middel zijn geen gerandomiseerde dubbelblinde onderzoeken gepubliceerd. Bron: Gebu 2010;44(10):109-15 + FUS
Mensen die aan psoriatische artritis lijden lopen meer dan vijf keer zoveel kans op jicht als gezonde mensen. Dat meldt Medscape.com op basis van onderzoek door Harvard Medical School en Brigham’s and Women’s Hospital. Jicht ontstaat door een te hoog urinezuurgehalte in het bloed. De aandoening ontstaat door afzetting van urinezuurkristallen op gewrichten, vaak die van de grote tenen. Daar veroorzaken ze een zeer pijnlijke ontstekingsreactie. Mannelijke psoriasispatiënten blijken meer risico te lopen dan vrouwelijke. Volgens de onderzoekers bestaat er een verband tussen milde tot ernstige psoriasis en psoriatische artritis en jicht. Behandeling van de psoriasisverschijnselen kan mogelijk ook weer de kans op jicht verminderen. Ook gewichtsverlies en een gezond dieet kunnen helpen.
Onderzoekers van het Erasmus MC hebben twee genen ontdekt die ervoor zorgen dat een drager ervan meer kans heeft op jicht. Jicht is een pijnlijke ontsteking die ontstaat door afzetting van urinekristallen in een gewricht. De nieuwe genvarianten, ABCG2 en SLC17A3, komen voor bij respectievelijk één op de tien en één op de twee mensen. Mensen met één van deze genvarianten hadden een tot zeventig procent groter risico op jicht. In Nederland hebben zo"n 225 duizend mensen jicht. De nieuw gevonden genen spelen vermoedelijk een rol bij de urine-uitscheiding door de nieren.
Jicht treft vooral mannen van middelbare leeftijd en is het gevolg van teveel urinezuur in het bloed. Dit kristalliseert op gewrichten en veroorzaakt buitengewoon pijnlijke ontstekingen. Hoewel het urinezuur vooral afkomstig is uit het eigen lichaam, kan voeding met een hoog purinegehalte als ‘trigger’ fungeren. Purine wordt omgezet in urinezuur. Volgens Boston School of Medicine blijkt dat vooral purinerijke voeding als vlees, vis en zeevruchten de kans op jicht vervijfvoudigd. Peulvruchten, linzen, asperges, spinazie, gist en paddenstoelen bevatten ook veel purine, maar plantaardige purine lijkt minder schadelijk. Bovendien bevatten veel groenten en fruit stoffen die helpen tegen jicht. Alcohol kan ook een trigger zijn, doordat vocht aan het lichaam wordt onttrokken.
Jichtartritis is een ziekte die al eeuwenlang bekend is. Naast de behandeling van aanvallen is het voorkómen van aanvallen ook belangrijk in de therapie. Elke aanval veroorzaakt hevige pijnen en de bijkomende ontsteking resulteert in gewrichtsschade. Lange tijd was het ontstaan van tophi een onbehandelbaar probleem. Tophi zijn neergeslagen uraatkristallen die zich afzetten in onderhuids bindweefsel, onder andere in gewrichten en kraakbeenstructuren. Sinds de jaren "60 is allopurinol de hoeksteen van de onderhoudsbehandeling bij jicht. Allopurinol is een remmer van het enzym xanthineoxidase en is hierdoor effectief bij patiënten die veel urinezuur produceren. Allopurinol is bij een grote groep jichtpatiënten weinig effectief doordat bij ongeveer 80% niet de productie van urinezuur het probleem is, maar juist de excretie ervan. Een behandeloptie voor deze patiënten is benzbromaron. Aan de middelen voor de onderhoudsbehandeling bij jicht wordt binnenkort febuxostat (Adenuric) toegevoegd.
Net zoals allopurinol remt febuxostat het enzym xanthineoxidase. Febuxostat is een effectieve, selectieve en zeer potente remmer van xanthineoxidase. In tegenstelling tot allopurinol is bij febuxostat geen dosisaanpassing nodig bij lichte tot matige nierfunctiestoornissen. Hierdoor vormt febuxostat een aanvulling op het medicamenteuze arsenaal bij patiënten met nierfunctiestoornissen en jicht. Ook patiënten met allopurinolallergie kunnen met febuxostat worden behandeld. Ten slotte kan ook bij een milde leverfunctiestoornis febuxostat in de volledige werkzame sterkte gegeven worden.
Tot op heden is het bijwerkingenprofiel van febuxostat vergelijkbaar met placebo en allopurinol. Merkwaardig in de FACT-trial was de hogere incidentie van cardiovasculaire voorvallen in de feboxustatgroep ten opzichte van de allopurinolgroep. Er werd geen causale relatie vastgesteld. Inherent aan de werking, maar wel een oorzaak van een hoog aantal uitvallers gedurende de klinische studies met febuxostat, was het optreden van jichtaanvallen. Bij de behandeling met een xanthineoxidaseremmer daalt de urinezuurconcentratie van het bloed geleidelijk, de tophi worden kleiner en de vorming van uraatstenen neemt af door de verhoogde excretie van uraten. Door het vrijkomen van uitgekristalliseerd urinezuur uit uraatdepots kan echter een jichtaanval uitgelokt worden. Omdat febuxostat een krachtige remmer van xantineoxidase is, treedt deze bijwerking bij febuxostat nog heftiger op dan bij allopurinol. De Werkgroep Jicht binnen de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie geeft als advies om drie dagen voor de start van febuxostat te beginnen met het geven van colchicine of een NSAID en door te behandelen tot zes maanden na de start. Er is voor febuxastat nog geen interactieonderzoek verricht, maar het is bekend dat de remming van xanthineoxidase in een stijging van mercaptopurine- en azathioprinespiegels tot gevolg heeft. Krachtige inductoren van UDP-glucuronosyltransferase (bijvoorbeeld rifampicine en carbamazepine) kunnen leiden tot een stijging van het metabolisme en een afname van de werkzaamheid van febuxostat. Het gebruik bij een intolerantie voor febuxostat is gecontraïndiceerd. Hiervan is sprake als gedurende het gebruik een ernstige bijwerking optreedt. Ook wordt het gebruik van febuxostat bij patiënten met een ischemische hartziekte of decompensatio cordis afgeraden. De gegevens uit een zeer klein aantal gevallen van blootstelling tijdens de zwangerschap geven weer dat febuxostat geen nadelige effecten op de zwangerschap of op de gezondheid van de foetus dan wel het pasgeboren kind zou hebben. Omdat de gegevens echter beperkt zijn wordt door de fabrikant gebruik gedurende de zwangerschap afgeraden. De veiligheid bij lactatie verdient nog nader onderzoek. Bron: PS 2010;26(10):54-7 en FUS.
De ‘Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP)’ heeft in haar maandelijkse vergadering de onderstaande adviezen gegeven aan de Europese Commissie. De CHMP is het wetenschappelijke comité van het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA), waarin het CBG is vertegenwoordigd.
Nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft positieve adviezen uitgebracht voor het verlenen van handelsvergunningen voor de volgende nieuwe geneesmiddelen:
- Bosulif (bosutinib), goedgekeurd voor een beperkte indicatie voor de behandeling van volwassenen met Philadelphia chromosoom positieve chronische lymfatische leukemie (Ph+ CLL). Het gaat om patiënten die eerder behandeld zijn met één of meer tyrosine kinase remmers, en voor wie imatinib, nilotinib en dasatinib niet behoren tot de behandelmogelijkheden. Het middel is voorwaardelijk toegelaten en de firma zal aanvullende data moeten genereren binnen de goedgekeurde indicatie.
- Jetrea (ocriplasmin), voor de behandeling van de oogaandoening vitreomaculair tractiesyndroom (VMT), inclusief als deze geassocieerd is met een klein gaatje in de macula van het oog.
Weigering handelsvergunningen*
- Raxone (idebenone), bedoeld voor de behandeling van patiënten met Leber’s erfelijk optische neuropathie (LHON, erfelijk disfunctioneren van de oogzenuw). Geweigerd omdat de werkzaamheid onvoldoende was onderbouwd.
* Bij deze weigeringen kan de firma nog in beroep gaan.
Uitbreiding indicaties
De CHMP adviseerde positief over de volgende indicatie-uitbreidingen:
- Humira (adalimumab), mag nu worden gebruikt bij polyarticulaire juveniele idiopathische artritis bij kinderen vanaf 2 jaar (was 4 jaar).
- Ilaris (canakimumab), het gaat om uitbreiding met een gelimiteerde indicatie voor de behandeling van patiënten met frequente jichtaanvallen (minimaal 3 aanvallen in de voorgaande 12 maanden), bij wie NSAIDs of colchicine gecontra-indiceerd zijn, niet getolereerd worden of onvoldoende effectief zijn en voor wie herhaald gebruik van corticosteroïden niet geschikt is.
- Komboglyze (saxagliptin / metformin) en Onglyza (saxagliptin), uitbreiding van het gebruik in combinatie met een sulfonylureumderivaat in triple therapie (saxagliptin+metformin+SU).
- Pegasys (peginterferon alfa-2a), mag in combinatie met ribavirine nu ook worden gebruikt voor de behandeling van kinderen vanaf vijf jaar met chronische hepatitis C die nog niet eerder behandeld zijn en positief zijn getest op HCV-RNA. Voor deze indicatie is een speciale kinderformulering ontwikkeld. Voor start van behandeling dient een arts in overweging te nemen dat deze combinatietherapie kan zorgen voor een tragere groei en het onduidelijk is of dit hersteld als de behandeling wordt gestopt.
Arbitrage
- Formodual 100/6 microgram/dosis, verzoek voor indicatie uitbreiding waardoor het product nu ook als zo nodig medicatie voor astma kan worden gebruikt tezamen met onderhoudstherapie, is toegekend. Binnen de wederzijdse erkenningsprocedure was eerder verschil van mening tussen de lidstaten.
Terugtrekkingen
- Loulla (mercaptopurine), deze is teruggetrokken omdat er al een mercaptopurine bevattend middel voor kinderen aanvaard is en de firma de weesgeneesmiddel status hiervan niet kon doorbreken.
- Memantine FGK (memantine), hier ging het om een formulering met verlengde afgifte in plaats van een directe afgifte. De firma kon de vragen van de CHMP naar de onderbouwing van de werkzaamheid onvoldoende beantwoorden.
Overig nieuws CHMP
- Prolia (denosumab), binnenkort zal de productinformatie worden aangepast, naar aanleiding van meldingen van atypische femurfracturen. Een verhoogd risico van dit type fracturen is al eerder gerapporteerd bij bifosfonaten (een ander type anti-resorptieve behandeling bij postmenopauzale osteoporose). Voorschrijvers zullen middels een brief, een zogenaamde Direct Healthcare Professional Communication (DHPC), worden geïnformeerd.
Patiënten die een buikoperatie ondergaan krijgen vaak postoperatieve ileus: door de aanraking van de chirurg raken de darmen, kort gezegd, ontstoken. Het leidt tot misselijkheid en de patiënt kan vaak dagenlang niet eten of poepen. Waarschijnlijk activeren geprikkelde pijn- en gevoelszenuwen een onderdeel van de afweer: mestcellen in het slijmvlies van onder andere mond en darmen. Wanneer ze lichaamsvreemde stoffen tegenkomen produceren ze ontstekingseiwitten, die weer andere soorten afweercellen naar de darmen lokken. Het gevolg: een lokale ontsteking. De hersenen geven vervolgens een alarmsignaal af dat het hele spijsverteringskanaal lamlegt. Snoek ontdekte dat mestcellen macrofagen activeren die het ontstekingseiwit IL-1β uitscheiden. Dat zet een keten van afweerreacties in gang. Snoek blokkeerde het eiwit met anakinra, een medicijn dat bij mensen gebruikt wordt voor onder andere jicht. Muizen hadden daardoor minder last van ileus. Daarnaast probeerde Snoek de darmontsteking via de nervus vagus aan te pakken. Ze bootste de werking van de zenuw na met nicotine. Bij muizen remde dit post-operatieve ileus. Proefschrift: Susanne Snoek: ‘Neuro-immunity in intestinal disease. In vivo studies of postoperative ileus and colitis’.
Nieuwe geneesmiddelen en indicaties in oktober 2012
De ‘Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP)’ heeft in haar maandelijkse vergadering de onderstaande adviezen gegeven aan de Europese Commissie. De CHMP is het wetenschappelijke comité van het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA), waarin het CBG is vertegenwoordigd.
Nieuwe geneesmiddelen
De CHMP heeft positieve adviezen uitgebracht voor het verlenen van handelsvergunningen voor de volgende nieuwe geneesmiddelen:
- Amyvid (florbetapir) wordt gebruikt bij PET-scans, voor het aantonen van β-amyloïde plaques in de hersenen van patiënten bij de diagnosestelling van Alzheimer en andere vormen van cognitieve achteruitgang. Als er geen of nauwelijks plaques worden gezien, kan Alzheimer worden uitgesloten.
- Betmiga (mirabegron), voor de behandeling van de symptomen van overactieve blaas, waaronder aandrang incontinentie.
- Krystexxa (pegloticase), voor de behandeling van chronische ernstige invaliderende jicht bij volwassenen, indien deze geen normale serum ureum spiegels verkrijgen met maximale doseringen xanthine oxidase remmers of voor wie deze laatste zijn gecontra-indiceerd .
- Tresiba (insulin degludec) en Ryzodeg (insulin degludec / insulin aspart) voor de behandeling van diabetes mellitus. Er wordt ook een sterkte geregistreerd die hoger is dan gebruikelijk(200 units/ml t.o.v. 100 units/ml), de injectiepen is aangepast zodat dit onderscheid duidelijk zichtbaar is. Het CBG zal nagaan in hoeverre het veld hierover het beste kan worden ingelicht.
Weigering handelsvergunningen*
- Acrescent / Balaxur (memantine hydrochloride / donepezil), bedoeld voor de behandeling van matige tot ernstige vormen van Alzheimer. Het nut van de combinatie van memantine en donepezil was onvoldoende onderbouwd.
- Qsiva (phentermine/topiramaat), bedoeld voor de behandeling van obesitas. De CHMP heeft deze aanvraag met name afgewezen omdat er zorgen zijn rond de veiligheid.
* Bij deze weigeringen kan de firma nog in beroep gaan.
Uitbreiding indicaties
De CHMP adviseerde positief over de volgende indicatie-uitbreidingen:
- Humira (adalimumab), nu ook voor de behandeling bij kinderen tussen de 6 en 17 jaar oud met de ziekte van Crohn, die onvoldoende reageren op de standaardbehandeling. De lange-termijn effecten zullen gevolgd worden middels een register.
- Isentress (raltegravir), wordt gebruikt bij de behandeling van HIV, waarbij de minimumleeftijd voor gebruik is verlaagd naar personen van 2 jaar en ouder.
- Thyrogen (thyrotropin alfa), wordt onder andere gebruikt als pre-therapeutische stimulatie in combinatie met radioactief jood bij patiënten bij wie de schildklier operatief verwijderd is (thyroïdectomie) omdat ze kanker hadden. De dosering voor radioactief jood is aangepast en vanaf nu mag het Thyrogen worden gecombineerd met tussen 30 (1.1 GBq) en 100 mCi (3.7 GBq) radioactief jood.
- Xarelto (rivaroxaban), mag nu ook gebruikt worden voor de behandeling van diep-veneuze trombose en pulmonaire embolie en voor de preventie van het opnieuw optreden hiervan. Voor deze indicatie zijn lagere sterktes van het product ontwikkeld en contra-indicaties toegevoegd (beschadiging of afwijking met significant risico op grote bloedingen, behandeling met andere antistollingsmiddelen behoudens een paar specifieke situaties).
Overig nieuws CHMP
- Pandemrix: De CHMP heeft gesproken over een academisch onderzoek naar een verband tussen Pandemrix en narcolepsie. De onderzoeksresultaten geven op dit moment geen reden tot zorg en leiden niet tot een andere mening over dit onderwerp. Pandemix is gebruikt bij de vaccinatie voor de Mexicaanse griep in 2009.